Alle (bekende) bisschoppen van Maastricht
Inleiding.
De legende zegt dat het er 21 zijn geweest.
En allemaal zijn ze heilig verklaard, de bisschoppen van Maastricht. Van Sint Servatius (vierde eeuw) tot en met Sint Hubertus (achtste eeuw), die rigoureus een einde maakte aan het Bisdom Maastricht door de zetel naar Luik over te plaatsen. Sommigen van deze bisschoppen waren zo belangrijk dat ze een eigen feestdag kregen: zoals Sint Servaas (13 mei), maar ook Lambertus, Hubertus, Monulphus en Gondulphus. Anderen worden tegenwoordig in één adem genoemd als alle Heilige Bisschoppen van Maastricht en hun feest wordt gevierd op 15 mei (twee dagen na de feestdag van de eerste bisschop Servatius). Over het leven van deze 21 Heiligen is niet zo veel bekend. Van sommigen zelfs is niet meer dan de naam en het feit dat ze bisschop in Maastricht zijn geweest. Maar zelfs de jaartallen ontbreken vaak. Als er al levensverhalen bekend zijn, zijn deze sterk legendarisch. De eerste naamlijst werd namelijk pas 300 jaar na het overlijden van de laatste Maastrichtse bisschop opgesteld.
Herkomst van Heiligen.
Voor het ontstaan van het Christendom bestond er in vrijwel alle Europese culturen een uitgebreid Godendom. Voor elk euvel, ongemak, gebrek, ziekte of ongeluk bestond er wel een God. Ook waren er Goden voor vruchtbaarheid en geluk, gerechtigheid, oorlog en vrede.
Zelfs voor de verschillende weersverschijnselen had men Goden. Met het ontstaan van het Christendom moest het “veelgodendom” plaatsmaken voor voor één God waar alles aan werd toegeschreven. Dit ging zeer moeizaam. Al snel vonden de nieuwe Christenen een uitlaatklep om toch ook andere “Goden” toe te voegen. Dit werden de Heiligen.
Natuurlijk geen God, maar wel vereringen gericht aan wonderdoeners. Met het verheerlijken van deze specifieke wonderdoeners werd ruimte geschapen om deze of gene Heilige aan te roepen in geval van nood, ziekte en andere tegenspoed. Patroonsheiligen en Beschermheiligen deden hun intrede. Zo ontstond er al in de vroege middeleeuwen een uitgebreid netwerk aan vereringen, devoties en processies.
Christenvervolging.
Kort na het ontstaan van het Christendom werd dit nieuwe geloof door sommige Romeinse keizers als een gevaar beschouwd, men vreesde dat de strijd aangebonden zou worden met het gevestigde Godendom. Tijden van rust en oplevingen van oorlog en vervolgingen volgden elkaar op; Afhankelijk van welke keizer aan de macht was. In deze eerste eeuwen zijn alle mogelijke martelwijzen gepraktiseerd om de eerste Christenen te vervolgen. Zo werd elke Christen die doodgemarteld werd in de ogen van de geloofsgenoten in die tijd gelijk al Heilig; opoffering voor het goede doel. Zo komen we aan een stortvloed aan martelaren uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Van velen is niets meer bekend, ze zijn verstopt op de kerkelijke zolder of verzeild geraakt in de katholieke doofpot.
Verder in de Middeleeuwen zien we het proces van Heiligverklaring langzaam maar zeker veranderen. Heiligverklaringen vonden niet meer door de bevolking plaats, maar door de lokale leiders en bisschoppen. Uiteraard moest ieder dorp, stad of streek zijn eigen Heilige hebben.
In een maatschappij waar lezen en schrijven geen algemeen gemeengoed was; kwam er met de uitbreiding van het Christendom een stortvloed aan Heiligen erbij, waarvan vaak niet meer dan de naam bekend is. Niet zelden werden omtrent deze Heiligen allerlei legenden gemaakt die vaak van generatie tot generatie van mond tot mond werden overgeleverd. Had een Heilige geluk dan was er later misschien een geschiedschrijver die zijn levensverhaal optekende.
Relieken.
Met de opkomst van het Christendom is ook het verzamelen van en handel in relieken op gang gekomen. Gelovigen verlangden tastbare bewijzen en herinneringen aan al deze Heiligen en Martelaren. Relieken variërend van botten tot houtsplinters van het houten kruis van Christus.
Zo worden in Rome tot de dag van vandaag de knieafdrukken van een biddende Petrus bewaard, en zelfs het bodemgat van zijn kruis zou bewaard zijn gebleven!
De handel in relieken kende letterlijk en figuurlijk geen grenzen.
Elke christelijke vorst van naam bouwde of schonk deze of gene stad of bisdom wel een of meerdere kerken. In deze kerken moesten natuurlijk ook relieken bewaard worden, bij voorkeur van de Heilige waar de kerk naar vernoemd was.
Vereringen en devoties.
Historisch onderzoek heeft inmiddels duidelijk gemaakt dat de lijst van de Heilige Maastrichtse bisschoppen niet echt betrouwbaar is. Van slechts 11 van de 21 zijn historische bronnen gevonden. Van de anderen ontbreekt ieder bewijs dat ze ooit bestaan hebben.
Het aantal van 21 is door de middeleeuwse kroniekschrijver waarschijnlijk symbolisch bedoeld als 3 x 7. Daarbij verwijst de 3 naar de drieëne God en de zeven naar de mens als eenheid van lichaam en geest en soms ook naar de Heilige Geest. Op diverse plaatsen in de Sint Servaasbasiliek in Maastricht komt die getallensymboliek terug.
Het feest van de Heilige Bisschoppen Van Maastricht werd vroeger op 6 februari gevierd en tegenwoordig op 15 mei.
Voor de volledigheid de officiële naamlijst (de historisch verantwoorde namen staan cursief):
Sint Servatius, (gestorven op 13 mei 384). Feestdag 13 mei. Patroon van Maastricht, meubelmakers, slotenmakers en bankwerkers.
Zijn naam Servatius of Sarbatius wijst op een oosterse oorsprong, waarschijnlijk Armenië. Gedurende zijn leven was hij betrokken bij grote kerkelijke en politieke verwikkelingen en moet dus een man van grote betekenis zijn geweest. Hij wordt rond 340 als bisschop van Tongeren benoemd. Zijn naam komt voor op listen van Gallische bisschoppen die de orthodoxe geloofsbelijdenis van Sardica in 343 ondertekenen. Tijdens de synode van Rimini in 359 behoorde hij tot de verdedigers van het geloof in Jezus Christus, de Zoon van God.
Servatius werd een felle tegenstander van het Arianisme en bestreed deze stroming dan ook waar mogelijk. Hij vlucht vanuit Tongeren naar Maastricht met medeneming van de bisschopszetel. Hij sterft hier in 384 en wordt buiten het Romeinse Maastricht begraven.
Servatius wordt ook wel één van de ijsheiligen genoemd, samen met de heiligen Pancratius en Mamertus.
Sint Agricolaus,
Sint Urcisinus,
Sint Designautus,
Sint Resignatus,
Sint Sulpitius,
Sint Quirillus,
Sint Eucherius,
Sint Falco,
Sint Eucharius,
Sint Domitianus,
Sint Monulphus,
Sint Gondulphus,
Sint Perpetuus,
Sint Ebregisus,
Sint Joannes Agnus,
Sint Amandus, (geboren in waarschijnlijk 594 en gestorven op 6 februari 675 of 684). Feestdag 6 februari. Patroon van de bierbrouwers, apothekers, wijnhandelaren, herbergiers en kruideniers. Geboren in Aquitanie nabij Nantes in Frankrijk. Hij leefde als kluizenaar in de buurt van Bourges. In 639 werd hij tot missiebisschop gewijd en vertrok hij naar de noordelijk gelegen landen en verkondigde het geloof onder de Franken.
Ooit, zo vertelt de legende, werd hij bedreigd door een giftige slang. Hij zegende het dier en de slang verdween meteen in het struikgewas. Op 6 februari sterft hij te Elnon alwaar hij ook begraven is. Hij wordt in de volksmond ook wel de apostel van Vlaanderen genoemd.
Sint Remaclus,
Sint Theodardus,
Sint Lambertus, (638 – 705). Feestdag 17 september. Patroon van ondermeer de textielarbeiders. Lambertus werd waarschijnlijk in Maastricht geboren.
Hij was van omstreeks 672 tot zijn dood bisschop in zijn geboortestad Maastricht.
Zijn bijnaam is “de Apostel van de Kempen en Taxandrie” (de huidige provincies Noord-Brabant en Antwerpen). Door zijn apostolische werk zijn tot de dag van vandaag in deze streken dan ook veel kerken naar hem vernoemd. Vanwege het feit dat Lambertus ook vaak in politieke geschillen betrokken raakte moest hij uiteindelijk dit ook met zijn leven bekopen.
Hij wordt in Maastricht begraven in de buurt van de tegenwoordige Lambertuskapel op de Lage Kanaaldijk. Na zijn dood bracht zijn opvolger Hubertus zijn relieken over van Maastricht naar Luik. In 1938 ontving Maastricht een belangrijke reliek welke in het borstbeeld van Lambertus door het atelier Brom werd vervat.
Sint Hubertus, (sterfdatum 30 mei 727). Feestdag 3 november. Patroon van het Bisdom Luik, jagers, schutters, slagers, metaalarbeiders, opticiens, metaalgieters, klokkengieters, wiskundigen. Hij werd geboren uit een vooraanstaand adellijk geslacht en huwde op jonge leeftijd. Bij de geboorte van hun eerste kind zou zijn vrouw zijn gestorven. Hubertus kon dit verlies maar moeilijk verwerken en zonderde zich steeds meer in eenzaamheid af in de bossen en in de jacht. Vervolgens zou in een visioen een hert gezien hebben met tussen het gewei een oplichtend kruis. Dit zou voor hem een teken zijn geweest om zijn leven geheel aan God te gaan wijden. Hij wordt tot priester gewijd en gaat in de Ardennen en Brabant aan het werken, zodoende ook zijn bijnaam “de apostel van de Ardennen”.
In het begin van de achtste eeuw wordt hij tot bisschop van Maastricht benoemd maar laat de bisschopszetel overplaatsen naar het nabijgelegen Luik. Hubertus sterft op 30 mei 727 in Tervuren bij Brussel. In het jaar 825 worden de relieken van Hubertus overgebracht naar het klooster van Andage (Saint Hubert). Omdat zijn relieken op 3 november 743 in de kathedrale kerk van Luik worden verheven is sindsdien deze dag zijn feestdag.
Van een zekere Martinus is niet duidelijk of hij Bisschop van Maastricht of Tongeren is geweest.
Sinds 1970 is Maastricht een titulaire bisschopszetel.
Titulaire zetels zijn bisschopszetels die niet meer effectief bestaan, maar vanwege hun historie of hun ouderdom nog “fictief” gehandhaafd worden. Een bisschop zonder zetel of een hulpbisschop wordt dan ook altijd benoemd van een titulair bisdom.
Zo is Mgr. E de Jong, hulpbisschop van Roermond, officieel bisschop van Cariana.
In 1970 trad Mgr. P. Moors af als bisschop van Roermond en werd hij benoemd tot titulair bisschop van Maastricht. Hij overleed in 1980.
Ook Mgr. Dr. J. Gijsen werd na zijn aftreden als bisschop van Roermond benoemd tot titulair bisschop van Maastricht. Sinds het moment dat Mgr. Gijsen werd benoemd tot bisschop in Reykjavik is de titulaire zetel van Maastricht weer vacant.